Klaas Jol gaat sinds 1978 als ‘Overste Saté’ door het leven. De oud-marinier werd bij een oefening in Noorwegen gespietst met een ski stok. Daarna was zowel zijn lichaam als zijn toekomst kapot. Nog steeds vecht Jol voor een letselschadevergoeding.
DEN HAAG – ,,Nu zorgen ze bij Defensie wél voor hun mensen. De familie van Dave Steensma (de Nederlandse militair die onlangs omkwam in Irak – red.), die zal wel goede nazorg krijgen van Defensie. Maar het is niet altijd zo geweest. Ik vecht al vijfentwintig jaar voor erkenning van het leed dat mij is overkomen.” Oud-marinier Klaas Jol zou willen dat zijn vroegere werkgever in zijn geval wat genereuzer was.
De toekomst bood prachtige vooruitzichten voor majoor Klaas Jol, opgeleid officier kikvorsman, paracommando, mountainleader, UDT Seal en koudweerspecialist. Hij zou generaal worden en wie weet wat hem daarna nog te wachten stond. Tot hij in 1978 bij een oefening in Noorwegen werd gespietst met een skistok van een van zijn maten.
Thuis, in zijn flat in Scheveningen, vertelt Jol: ,,Mijn ondergeschikte viel, vlak voor me. Ik liet me vallen, zodat ik niet over hem heen zou skiën. De man schrok en stak zijn stok uit. Dat ding doorboorde me van anus tot schouderblad.” Ter illustratie haalt Jol eenzelfde stok uit de kast: een ouderwetse witte ski stok met een rozet vlak boven de punt. ,,Ik wist op het moment dat ik daar lag dat ik dood zou gaan.” Maar Jol ging niet dood. Noorse artsen zaagden de stok in twintig kleine stukjes en wisten hem uit zijn lichaam te verwijderen.
Zijn herstel, hoewel de kans daarop volgens zijn artsen klein was, verliep spoedig. Maar terug in Nederland, bij een hersteloperatie in een marinehospitaal in Overveen, liep het mis. Zijn door de skistok al gemangelde buik infecteerde en sprong uit elkaar. De 61-jarige Klaas Jol zit nu verslagen thuis. Nog tot 1985 werkte hij voor Defensie, tot de pijn hem alsnog te veel werd. De laatste jaren vecht hij voor een schadeloosstelling.
Eind april kreeg hij een brief van zijn voormalige werkgever, het ministerie van defensie, dat die zijn claim afwijst. De afwijzing was een enorme deceptie. Klaas Jol dacht dat hij met behulp van rapporten van medisch specialisten zonneklaar had kunnen aantonen dat er destijds, in ’79 in het militair hospitaal, kardinale fouten zijn gemaakt.
Defensie erkent wel fouten, maar vooral op het vlak van de psychische nazorg die Jol kreeg. ,,Mijn vader hoopte eigenlijk op een lint je op Koninginnedag”, verklaart zoon Robbert (31) de enorme teleurstelling.
De meest recente afwijzingsbrief was niet de eerste brief die Jol van Defensie kreeg. Sinds het moment dat hij werd afgekeurd vecht hij om de juiste invaliditeitsuitkering, onkostenvergoedingen, een vergoeding voor gederfde inkomsten en geluk. Maar erg genereus was de andere kant niet, vinden vader en zoon Jol.
Zo kreeg Jol in 1985 nog maar 70 procent van zijn laatst genoten salaris. De dokter had hem niet afgekeurd vanwege zijn lichamelijke gesteldheid na zijn ongeval, maar omdat hij psychisch in de war was. Hij zou het niet kunnen zetten dat hij geen generaal meer kon worden.
Jol: ,,Psychisch? Ik verging van de pijn!” Het was de zoveelste mentale klap die hij te verduren kreeg. ,,Mijn vrouw was in 1976 overleden, ik had in mijn eentje de zorg voor onze zoon, die in ’71 was geboren. We woonden in een duur huis. Dat kon ik daarna niet meer betalen. Ik heb het aan mijn broer Martin, de trainer van RKC Waalwijk, moeten verkopen. Mijn zoon werd zolang door mijn moeder opgevangen. Ik vertrok naar de Ardennen en leefde daar jaren in een caravan.”
Pas toen zoon Robbert in de jaren negentig bij toeval Gmelich Meijling, destijds staatssecretaris van defensie, ontmoette, kwam er schot in zijn zaak. Na een nieuwe berekening klom Jols arbeidsongschiktheidsuitkering tot 140 procent. ,,Wij zien dat als appreciatie van zijn traumatische klachten na het incident”, zegt de woordvoerder van justitie. Maar de nieuwe berekening gold pas vanaf 1989 en niet vanaf het moment dat Jol zijn ongeluk kreeg.
Defensie betaalde ook een reis naar Noorwegen met zijn vroegere maten om de dokters van toen te bedanken. Ze hebben zijn juridische kosten vergoed. Jol: ,,Maar ik heb al die jaren lang mijn eigen doktersrekeningen moeten betalen. Ik kon mijn zoon niet laten studeren. Ik heb hem niet op kunnen voeden omdat we ons huis kwijt waren. Nu zegt Defensie: stuur die doktersrekeningen maar op, dan betalen we die. Maar die heb ik toch niet meer? Waarom is het nou zo erg om gewoon een bedrag vast te stellen?”
Bron: http://www.trouw.nl
− 02/06/04,