Echt superfijn dat er in Nederland nu enorm veel aandacht is voor PTSS. Eindelijk kunnen hulpverleners de professionele hulp krijgen die ze zo verdienen! Behandeling is mogelijk. De kans op succes groot. Maar reïntegratie blijkt moeilijk. Ik heb in één week tijd dagelijks berichten gehoord waarin het misliep, bij reïntegratie van hulpverleners in Nederland. Dat is zonde. En echt te voorkomen. Dus schrijf ik er een stukje over.
Vooraf; ik weet heel veel van PTSS(Posttraumatische stressstoornis), maar werk momenteel niet als therapeut. Ik werk vanaf het moment van een melding van een uiterst schokkende gebeurtenis. Mijn gemiddelde werktijd is een uur of vier. Bij grote incidenten enkele dagen. Crisis Interventie is in alle Duitstalige en in veel Engelstalige landen incidentgebonden geïntegreerd. Teams van geüniformeerden uit alle beroepsgroepen zijn speciaal opgeleid om gedurende(!) en vlak na een incident de impact van het incident te mitigeren. Na enorme rampen als 9/11 is er heel veel onderzocht; we weten inmiddels wat we wel, maar vooral ook niet moeten doen, in die acute fase.
We kunnen niet altijd voorkomen dat mensen toch ziek worden, na een incident. Voor die (kleine groep) collega’s volgt snelle doorverwijzing en behandeling. Inmiddels stellen steeds meer (buiten)landen de basistraining Crisis Interventie verplicht voor leidinggevenden van hulpdiensten. Dat zorgt voor awareness en draagvlak van ons werk. En een soepele reïntegratie, na behandeling. Sterker nog; best veel van mijn Crisis Interventie collega’s hebben zelf ervaring met PTSS. En zitten nu, naast hun werk in leger, politie, recherche, brandweer, ambulance zelf in een lokaal interventie-team!
Helaas bestaat mijn vak (nog) niet in Nederland. Het hulpverlenersvak kent vele beroepsrisico’s. Er wordt veel onderzoek gedaan, maar we weten nog niet zo goed waarom bij de één een PTSS, bij de ander een burnout of compassievermoeidheid ontstaat. Via social media en via de tamtam nemen heel veel hulpverleners uit Nederland contact met me op; zij lopen vaak al héél lang rond met klachten en vragen. Ik vind het superfijn dat er inmiddels allerlei hulplijnen en behandelcollega’s zijn, waarnaar ik dan meteen kan doorverwijzen. Maar in Nederland is het anno 2016 nu eenmaal nog steeds zo dat je als hulpverlener “zwak” bent, als je een PTSS ontwikkelt.
Dat is zó erg; júist hulpverleners met een PTSS zijn degenen, die door blijven functioneren in hun vak, totdat ze er (soms letterlijk) bij neervallen! Ik ga hier niet helemaal uitleggen wat een PTSS inhoudt, maar het probleem is dat het waarschuwingssysteem in je hersenen niet meer afschakelt. Zie het als een brandmelder, waarvan de batterij leegraakt; die gaat eerst af en toe piepen. Daar moet je op letten. Negeer je die signalen dan sta je opeens midden in de nacht met de hele familie in het trappenhuis, omdat je brandmelder op hol geslagen is.
Zo is het ook met PTSS; je alarmsysteem reageert niet meer adequaat. En je verkeert voortdurend in de alarmstand, met adrenaline- en cortisolspiegels, die je hele functioneren, denken en handelen beïnvloeden. Het idiote is dat veel symptomen van PTSS aanvankelijk juist als positief worden bestempeld, in het geüniformeerde vak; een soldaat, die super alert is, altijd meteen handelt en lichamelijke testen met indrukwekkende resultaten aflegt krijgt een schouderklopje. Dat hij minder empathisch is geworden, de afgelopen tijd, stoort niemand. Ga je thuis kijken dan zul je zien dat dat laatste symptoom daar juist wel al enorm veel schade heeft aangericht; het thuisfront bemerkt de veranderingen vaak als eerste op. Gek toch, dat we bij hulpverleners zo opvallend veel echtscheidingen zien….?
Rond (grote) incidenten betrekken we dat thuisfront daarom ook heel actief in onze interventies; wat kun je verwachten, eventueel doen waar moet je op letten? Overigens zonder woorden als “trauma”, “traumatisering”en ziek zijn; in die acute fase zijn reacties op een incident “normale reacties van normale mensen op een uiterst abnormale gebeurtenis”.
Een US-docent vertelt standaard over de verkoudheid; stel, je bent nog nooit verkouden geweest. Weet ook niet wat dat is. Ineens krijg je geen lucht, knalt je hoofd uit elkaar en denk je dat je doodgaat. Als een dokter dan zegt:”neem een paar dagen rust, dit is een virus en gaat vanzelf voorbij” ben je gerustgesteld. Je hoort dat het tijd nodig heeft. Dat irriteert, maar je hebt het er maar mee te doen. Tegelijkertijd vertelt de dokter ook dat er heel soms complicaties bij zo’n virus optreden; waar moet je op letten en wanneer moet je even terugkomen? Je kruipt onder de wol en wordt gewoon weer beter. Sterker nog; je lichaam bouwt weerstand op tegen dit specifieke virus. Zo kan een incident ook tot posttraumatische groei leiden. En krijg je onverhoopt een longontsteking, dan stuurt de huisarts je door. Zo gaat het bij ons ook, in de ondersteuning van collega’s.
Zo zou het moeten gaan; incidentgebonden ondersteuning, leidinggevenden die begrijpen wat beroepsrisico’s zijn en hulpverleners, die gewoon zonder taboe behandling voor een PTSS krijgen, net als voor een longontsteking. Het is (nog)een utopie, want dat taboe is er wel degelijk, laten we daar niet naïef over zijn!
En dus loopt de Nederlandse hulpverlener met PTSS op zijn tandvlees; thuis en in de privé omgeving loopt de boel in het honderd. Maar hee, iedere relatie maakt wel eens een crisis door. Hij of zij stort zich volledig op het werk. Gaat maar door. De bijnieren lopen een adrenaline marathon. Totdat het misgaat en er ook in de werkomgeving dingen gaan gebeuren, die het functioneren onmogelijk maken. Complicerende factor in Nederland is dat er vaak rond zo’n hulpverlener enórme arbeidsconflicten ontstaan; wij, in uniform, zijn trouwe honden, gaan voor elkaar door het vuur. Houden elkaar de hand boven het hoofd als dat moet, want dat komt gewoon vanuit ons hart. En omdat er zó’n enorm gebrek aan kennis op dit gebied is, bij hulpverleners, duurt het echt heel erg lang voordat er echt op de rem wordt getrapt.
En dan gaat iemand op non-actief. Wordt behandeld. Soms bestaat de PTSS al zó lang dat hij complex is geworden. Of zijn er nog andere zaken bijgekomen. Maar de meeste mensen hebben heel veel baat bij professionele behandeling. Beelden worden opgeruimd, hersendelen die overschreeuwd werden door dat alarmsysteem worden weer wakker. Voor de thuissituatie komt er ontspanning. Moet er worden gebouwd aan een nieuwe situatie, zonder die PTSS, die de hoofdrol speelde en iedereen op eieren liet lopen. Voelen, denken, meevoelen, meedenken…..het kan gewoon weer. En, omdat ik zoveel collega’s in de teams heb mogen ervaren in het werk; ook na een PTSS is er posttraumatische groei mogelijk!
En dan is er dat moment waarop je behandelaar zegt:”hup, nu ga je weer aan het werk”. Helaas zie ik het in Nederland dan vaak misgaan; eventuele arbeidsconflicten worden onder de mat geschoven. Vaak goedbedoeld; “ach, je kon er niks aan doen. Laten we het gewoon vergeten.” Júist in de acute hulpverleningsdiensten moet je zaken uitspreken; als het erop aankomt moet je volledig op elkaar kunnen vertrouwen. Zorg gewoon dat het goed zit in je team! Gooi de zaken op tafel, sorteer ze en ruim ze op. Want ook dat kunnen “wij hulpverleners”goed; huppakee, gooi het eruit, spreek het uit en drink vervolgens samen een biertje naast de BBQ.
Een goede werkgever informeert zich over het ziektebeeld van de werknemer. Als hij dat rond PTSS doet, dan weet hij hoe een fatsoenlijk reïntegratieplan eruit ziet. En ook daar gaat het in Nederland vaak mis; werkgevers vervallen in het “therapeutisch werken-model”en zetten iemand als derde man of vrouw op de wagen; ruk maar mee uit, maar je hebt nog niet echt een taak of opgave, in die uitruk.
En dan zijn we weer bij mijn werk; we weten dat gevoelens van machteloosheid en hopeloosheid tijdens een incident enorm hoog waren, bij mensen die daar later ziek van werden. Het antidotum van machteloosheid is eigenregie. Concreet betekent dat dat we zorgen dat iedereen in een incident een opgave heeft. Want ook de “derde man/vrouw” gaat die uitruk in met dezelfde adrenalinespiegels als de collega’s. Moet je vervolgens met je handen op je rug gaan toekijken, dan is dat een recept voor machteloosheid. Een hulpverlener vindt houvast in zijn volgorde van handelen. Zit in een flow. Moet met rust gelaten worden; die adrenaline zet je concreet om in lichamelijk werk. That is what we do!
Incident management speelt een belangrijke rol in de preventie rond beroepsziekten; een voorbeeld; neem een spoorsuicide. Kwam er laatst toevallig nog bij uit, in Nederland. Er stonden achttien(!) Nederlandse politie agenten op het spoor. Te kijken, naar wat daar lag. Aan de andere kant van de trein stond de machinist. Alleen. Dat gaat over de grens heel anders; in Oostenrijk sluiten de systemen van de spoorwegen en de crisis interventie teams inmiddels naadloos op elkaar aan. We weten inmiddels zóveel! Wie zet je in? Wat is er ook echt nodig, aan capaciteit? Wie moet wat zien? Kijk naar de luchtfoto’s van de treinramp in Beieren, laatst. En je ziet hoe collega’s daar actief, al tijdens de redding en berging, aan het structureren waren.
Hoe moet je dan reïntegreren, na PTSS? Realiseer je allereerst dat dit niet alleen voor de werkgever, maar ook voor de betrokkene echt heel spannend is; voorheen maakte die voortdurend hoge adrenaline-spiegel je ziek. Nu ga je weer terug naar je werk. Wéét je rationeel dat er een nieuwe batterij in de brandmelder in je hoofd zit. Maar daarop vertróuwen is gewoon best eng! Dus; skip dat derde-persoon-idee. Zorg dat je weer went aan het op-en-afschakelen van dat alarmsysteem in een veilige oefensituatie. Leg dat aan je collega’s uit en wees creatief; jij leert in het oefenen weer te vertrouwen en je team ziet dat je er weer helemaal bent. En believe me, ik ken zoveel collega’s; de meesten komen terug op een niveau als nooit tevoren; ze zijn in de behandeling gegroeid. En tillen een heel team vaak zomaar tot een hoger niveau.
Is een hulpverlener klaar voor reïntegratie, dan betekent dat dat hij of zij daar klaar voor is! Begin in de oefensituatie, maar wél op het eigen niveau, in de eigen rang, met alle verantwoordelijkheden, die daarbij komen kijken. Alarm, adrenaline, aan het werk! Gewoon merken dat die adrenaline ook weer afzakt, met de afschaling. En dan, hup, die wagen op! Een goede behandelaar houdt een vinger aan de pols, maar in principe funtioneert iemand na een PTSS-behandeling gewoon net als iedere andere collega. En ja, iemand kan inderdaad in een nieuwe situatie terecht komen, die opnieuw de draagkracht overschrijdt. Maar dat kan ons allemaal overkomen! Dan hoop ik dat er in de toekomst ook in Nederland incidentgebonden, professionele Crisis Interventie is om je de weg te wijzen.
Bron: www.linkedin.com/pulse/reïntegratie-van-geüniformeerden-na-ptss-andrea-walraven-thissen
Andrea Walraven-Thissen
RN MHP, Strategic Critical Incident Manager, Suicide Postventionist, Speaker, Expert in Psychotraumatology