
Stefan Mertens’ PTSS is zeer waarschijnlijk het gevolg van een opeenstapeling van traumatische ervaringen. Hij is drie keer uitgezonden naar Bosnië, daarnaast was de instructeur betrokken bij de identificatie van MH17-slachtoffers, als commandant van de CRBN-eenheid die zich bezig hield met detectie, identificatie en monitoring. Tijdens dit werk werd hij met alle overledenen geconfronteerd. “Dat was overweldigend.” Zijn vrouw Miranda: “Na de identificatie van de MH-17 slachtoffers zeiden we al: waar blijft de hulpverlening? Dit gaat fout!” En óf het fout ging. Maar daar waren al eerder de kiemen voor gelegd. Zo kwam in 2011 een leerling van Stefan om het leven bij een vrachtauto-ongeval. Langzaam begon er toen iets te ver- anderen in zijn gedrag. Stefan begon extreem veel te sporten. Liefst drie keer in de week liep hij een halve marathon. “En als het weer het toeliet fietste ik in het weekeind 150 kilometer en fietste ik doordeweeks naar mijn werk in Vught, 18 kilometer verderop.” Stefan had zoveel uren gedraaid bij Defensie dat hij een hele maand verlof moest opnemen. In plaats van het rustig aan te doen ging hij die maand hele dagen bij de vrijwillige politie werken. Zijn vrouw Miranda: ”Alles ging extreem: sporten, werken; alles om maar niet te hoeven denken.” Ze merkte ook dat Stefan kortaf reageerde. Dat had hij zelf niet in de gaten.
Ingestort
Toen Stefans oma in december 2014 overleed stortte hij volledig in. Vanaf dat moment is Stefan drie weken van zijn leven kwijt; hij kan zich niets meer herinneren. Toen bleek hoe belangrijk een heel goed thuisfront is. Miranda zocht hulp bij maatschappelijk werk. “Dat had ik eerder afgedwongen. Maar hoewel BMW wel leuk is als je minimale problemen hebt, en ik moet ook zeggen dat ze flink hun best deden, kunnen ze niets doen als je heftige problemen hebt en bijvoorbeeld schimmen ziet.” Stefan moest eigenlijk doorgestuurd worden naar de militaire geestelijke gezondheidszorg (MGGZ). Daar was echter niemand aanwezig vanwege kerstverlof, hij moest naar de burgerhuisarts. Daar kreeg Stefan wel medicaties om rustig van te worden, maar die sloeg niet voldoende aan. In overleg met de huisartsenpost heeft Miranda toen de Crisisdienst laten komen. Miranda: “Ik wilde dat Stefan in het MGGZ-circuit kwam. Want daar zijn ze gespecialiseerd in oorlogstrauma’s en bovendien is Defensie zorgplichtig.” Stefan, die de voorgaande drie jaar hooguit 3 à 4 uur per nacht had geslapen, kreeg toen slaapmiddelen die goed werkten. Hij kwam op de wachtlijst voor een psycholoog terecht, maar dat zou vele maanden gaan duren, naar verwachting 6 maanden. Miranda: “We hebben toen kunnen regelen dat dat drie maanden zou worden.” Dat gebeurde nadat zij contact had opgenomen met stichting Hulp voor Hulpverleners. Stefan was daar door een zoektocht op internet op uitgekomen. Stefan: ”Zij vonden dat de hulpverleners die waren betrokken bij de MH17-ramp niet op hulpverlening moesten wachten.”
Mond opentrekken
Stefan werd gekoppeld aan een buddy van Hulp voor Hulpverleners, iemand die zelf ook PTSS had. “Die vertelde mij: het gaat niet goed met je; je moet je mond opentrekken. Ik vertelde mijn psychiater bij het volgende bezoek dat ik niet weg zou gaan eer ik een concrete afspraak met een psycholoog had staan. Toen is alles in een sneltreinvaart aan het rollen gebracht.” Er gloorde weer een perspectief, nadat Miranda hem ‘steeds meer verder weg zag zakken.’
PTSS is niet iets om je voor te schamen: het overkomt je
Wat Stefan in het proces van verwerken flink heeft geholpen, is zijn eigen openheid. “Zelf ben ik er altijd open over geweest,” zegt Stefan. “Als instructeur was ik al met dit belangrijke onderwerp bezig. Het is niet iets om je voor te schamen, want het overkomt je. Jij bent degene die als militair die stap naar voren hebt gezet. Het is moeilijk om dan een stap naar achteren te zetten en voor jezelf te zorgen en hulp te accepteren van anderen. Dat kunnen wij PTSS’ers niet: wij zijn kunstenaars in het ontlopen van hulp.” Gelukkig heeft Stefan dat tijdig ingezien. De hulp van Miranda is magnifiek, zij is een anker voor hem. En ze bewaakt als een leeuwin zijn grenzen. Want, zegt ze: “Jij denkt altijd alleen maar aan anderen, maar denk je ook aan jezelf?” “Dat begint nu te komen,” antwoordt Stefan. Miranda: “En anders trek ik die grenzen wel, het wordt je anders te veel.”
Je krijgt een andere man terug en moet elkaar opnieuw leren kennen
Stefan: “Ik ben héél blij met Miranda.” Zijn blik spreekt boekdelen. “lk moet wel af en toe een schop onder mijn kont van haar accepteren.” “Veel huwelijken lopen hierop stuk,” aldus Miranda. “Want als je partner PTSS heeft krijg je een andere man terug. Je moet elkaar opnieuw leren kennen. Er zijn nieuwe behoeften ontstaan waar hij zelf niet in kan voor- zien. Medicijnen halen, bijvoorbeeld. Je partner heeft hulp nodig en ben jij als zijn vrouw bereid die te zoeken? Ik zei tegen mijn werkgever: ik blijf thuis voor hem. Daar was geen discussie voor nodig.” Lang niet iedereen durft zoiets tegen zijn werkgever te zeggen. Maar haar werkgever is er heel goed mee omgegaan. De ruimte die ze kreeg is ook echt nodig. Zo kon Miranda, toen de PTSS zich manifesteerde, Stefan niet zomaar thuislaten. Als hij de straat op zou gaan, was de kans groot dat hij, door een vernauwde manier van kijken, zomaar de weg op liep en aangereden kon worden.”
Papa’s hoekje
Stefan richtte bij de tv een symbolisch hoekje in, met onder meer zijn blauwe baret. “Dat hielp me heel erg. Mijn zoon wilde op een avond zijn speelgoed erbij leggen, waarop ik vertelde dat hij het bij zijn eigen spullen moest leggen. Hij vroeg waarom en ik vertelde hem dat het papa’s hoekje was. Waarop hij zei: ‘Is dat hoekje er omdat jij zo verdrietig bent?’ Toen hij eenmaal boven in zijn kamer was heb ik het hem uitgelegd, en eenmaal beneden heb ik op de bank zit- ten janken. Kinderen hoef je het eigenlijk niet eens uit te leggen; ze hebben het heel snel door. Je moet ze niet overladen met informatie, maar verlies ook niet uit het oog dat ze het doorhebben.” Voor kinderen is er heel weinig kant-en-klare informatie waar ze wat mee kunnen. Er is het boekje De Dappere Ridder, voor kinderen van 5 tot 10 en dat is het dan zo ongeveer. Het zou volgens Miranda goed zijn als er ook voor de kleinere kinderen iets zou zijn”. Miranda: “We zeggen tegen onze zoon: Papa moet vaak aan de oorlog terugdenken en daar wordt hij verdrietig van. Het doet wel wat met je als je dat tegen je zoon moet zeggen.” Stefan: “Veel PTSS’ers zijn agressief. Als ik hier thuis de deur achter mij dichttrek, ben ik veilig. Het is een safe haven. Maar erbuiten is de boze wereld. Als ik onrecht zie, kan ik snel uit de pan flippen.” Miranda: “Al vrij snel in het begin voelde hij een enorme boosheid. Hij heeft toen een cursus gehad om ermee om te gaan. Maar zoiets moet je wel zelf aangeven. Je moet dat wel durven.”
Lotgenotengroep
Voor het thuisfront is sowieso weinig informatie over PTSS beschikbaar. Miranda: “Ja, dat wordt gemist. Je moet zelf moeite doen. Ook als het gaat om met de collega’s van je man in contact te komen. Ik wilde al meteen weten wie zijn leidinggevende is, wie de andere collega’s zijn, en het zou fijn zijn dat partners worden uitgenodigd voor borrels en barbecues, of een thuisfront- dag na afloop van een missie. Ik ken de collega’s nu stuk voor stuk. En ze vragen nu wel degelijk hoe het ermee gaat.” Welke hulp is er voor jou, Miranda? “Mijn familie is er heel erg voor me geweest, en ook vrienden. Ook op de kazerne vragen ze tegenwoordig regelmatig: kunnen we iets voor je doen? Met de partners van ervaringsdeskundigen hebben we contact via de gezamenlijke besloten facebookpagina partners van HVH. Die hebben we gevonden via Hulp voor Hulpverleners. Deze stichting houdt bijeenkomsten ook voor militairen waar ook partners welkom zijn; een- maal per half jaar in Gilze en eens per half jaar in Ridderkerk bij een bekende restaurantketen. Als het met mij niet goed zou gaan, kan ik zo de telefoon pakken en met iemand uit de lotgenotengroep spreken. Het voordeel van een lotgenotengroep is dat je niet alles hoeft uit te leggen. Dat is zo belangrijk… Maar ik kan ook bij de MGGZ aankloppen. En tijdens de evaluatie eens per vijf weken van Stefan vragen ze ook hoe het met mij gaat.“
Let ook op je gezin
Stefan zit nu bij het Diensten Centrum Re-integratie (DCR). “Ik ga ervan uit dat ik dienstongeschikt word, en dan een burgerbaan krijg. Het lijkt me niet erg zinvol dat ik weer op uitzending ga. Het pak gaat dus uit.” Daar was hij eerst boos en verdrietig over, maar nu is er sprake van acceptatie en rust. Dat laatste vooral doordat Stefan alle vertrouwen heeft in een goede afloop van de re-integratie. Miranda: “DCR zet zich honderd procent voor hem in.” Stefan: “En omdat ik daar vertrouwen in heb kan ik me focussen op herstel. Met de toekomst houd ik me nu niet bezig. PTSS heb je voor de rest van je leven; ik raak het nooit meer kwijt. Ik moet nu leren hoe ermee om te gaan.” Voor andere PTSS’ers heeft Stefan een welgemeend advies: “Let goed op jezelf, maar ook op je gezin. Trek tijdig aan de bel; wees niet te trots.”
Bron: http://mentaalgezond.nl/categorie/verhalen/een-militair-vertelt/