Hardlopen vermindert symptomen van PTSS.

hardloopMensen met PTSS die voorafgaand aan hun therapiesessies hard liepen, meldden minder symptomen dan mensen die alleen therapie ondergingen.

Volgens een recente studie helpt hardlopen bij het verminderen van de symptomen van de posttraumatische stressstoornis (PTSS). De studie is uitgevoerd door onderzoekers van de universiteit van Texas in Austin en is gepubliceerd in het tijdschrift voor cognitieve gedragstherapie. In deze pilotstudie die twaalf weken duurde werden negen mensen met PTSS-klachten willekeurig ingedeeld in een therapiegroep met training of een therapiegroep zonder training. De groep met training liep vlak voor de praattherapie-sessie een halfuur hard met matige intensiteit op een loopband.

De onderzoekers verwachten, naar aanleiding van eerdere onderzoeken bij dieren, dat hardlopen zou helpen bij het verhogen van de hoeveelheid herseneiwit BDNF (brain-derived neurotrophic factor, neurotrofinen die in de hersenen voorkomen). Bij mensen met PTSS is de hoeveelheid van dit eiwit laag. BDNF heeft een functie bij de aanpassing van de hersenen aan stressoren, en bij het herstel van de hersenen. Het speelt ook een rol bij het leren en bij het geheugen, en – zoals uit de eerdere onderzoeken bij dieren bleek – bij angstreductie. Het helpt de hersenen om context te creëren waarmee een gevoel van veiligheid rond angstsignalen wordt aangebracht. Als je bijvoorbeeld een grote knal hoort op oudejaarsavond, dan weet je dat het geen bom is, maar vuurwerk.

De onderzoekers voorspelden dat wanneer de (hardlopende) deelnemers meer BDNF beschikbaar zouden hebben in hun hersenen, zij meer ontvankelijk zouden zijn voor therapie en dat dit dan weer zou helpen om de ernst van hun PTSS symptomen te verminderen.

De resultaten van het onderzoek bevestigden deze gedachte. De onderzoekers vonden inderdaad een groot verschil in vooruitgang tussen de twee groepen. Aan het eind van het onderzoek had de therapiegroep met training een verhoogde concentratie BDNF in het bloedplasma, terwijl dat niveau bij de therapiegroep zonder training gelijk was gebleven. De hardlopers ervaarden zelf ook een afname van PTSS symptomen.

‘Het is opwindend dat zoiets eenvoudigs – hardlopen – zo’n grote impact kan hebben op de behandeling van PTSS,’ schreef Mark Powers, de leider van het onderzoek. ‘De volgende stap is om de bevindingen te herhalen in een groter onderzoek en meer aan de weet te komen over de achterliggende mechanismen.’ Zo’n groter onderzoek gaat binnenkort lopen in Regina, Canada. De afdeling psychologie aan de universiteit van Regina zet een experiment op met 120 deelnemers (burgers, militairen en paramilitairen). Het onderzoek wordt gefinancierd door samenwerkende Canadese instituten op het gebied van gezondheidsonderzoek. Er zullen vier groepen gevormd worden: een groep die alleen traint, een groep die alleen therapie krijgt, een groep die traint en therapie krijgt en een controlegroep die op een wachtlijst komt. Degenen die trainen zullen driemaal per week 60 minuten op een rollerband fietsen. Het is de bedoeling dat het onderzoek drie jaar duurt.

‘Het is een inspirerend onderzoeksgebied,’ verteld Gordon Asmundson, hoofd van het Canadese onderzoek. ‘Een ander recent experiment door onze groep lijkt, samen met de resultaten van de pilotstudie van het team van Powers, erop te wijzen dat aerobe training niet alleen behandelresultaten verbetert, maar dat het een mogelijke aparte behandeling kan zijn van PTSS. Dat zou een belangrijke en opwindende ontwikkeling zijn, omdat de behandeling daarmee beschikbaar komt voor iedereen. Iedereen kan hardlopen of fietsen, terwijl de toegang tot praattherapie afhankelijk is van zaken als het beschikbare aanbod en financiële mogelijkheden.

 

Bron:  http://www.runnersweb.nl

Tekst: Christine Fennessy