Hulploket voor veteranen geopend in Doorn. ( 11 juni 2014)

hennisMilitairen die door een missie in problemen zijn gekomen en hulp nodig hebben, kunnen voortaan terecht bij een apart veteranenloket. Minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie opende de voorziening, die dag en nacht bereikbaar is, vandaag in Doorn.

Het loket, dat is ondergebracht bij het Veteraneninstituut, moet ervoor zorgen dat veteranen en hun familieleden sneller en efficiënt worden geholpen als ze aankloppen met een vraag. Een veteraan krijgt een coördinator toegewezen die ervoor zorgt dat de (ex-)militair de zorg en behandeling krijgt die nodig is.

In de afgelopen 20 jaar is er met vallen en opstaan steeds meer beleid gekomen om veteranen de juiste begeleiding te geven. Volgens Hennis behoort de Nederlandse veteranenzorg inmiddels ‘tot de beste ter wereld’. Maar het blijft mensenwerk en dus gaat er soms wat mis, erkende de minister. ‘Onderhoud blijft nodig en we zullen altijd blijven inzetten op verbeteringen daar waar nodig en daar waar mogelijk.’

Hennis benadrukte dat het belangrijk is om veteranen recht te doen. ‘Zij hebben geknokt in het belang van Nederland, in het belang van de internationale rechtsorde. En dag in, dag uit staan wij op hun schouders.’

20 procent krijgt klachten
Militairen kunnen tijdens een oorlog of vredesoperatie worden geconfronteerd met ingrijpende ervaringen. De gevolgen openbaren zich soms pas vele jaren later. Ongeveer 20 procent van de militairen die op missie zijn geweest, heeft psychische of lichamelijke klachten. De helft daarvan is psychisch van aard. Bij een klein deel is sprake van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Sommigen houden blijvende klachten en hebben langdurige zorg nodig.

Het veteranenloket biedt de hulpvragers toegang tot bestaande zorg- en dienstverlening via onder meer het ministerie, het Veteraneninstituut en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Veteranen kunnen er ook terecht met andere vragen, bijvoorbeeld over reünies, veteranenpasfaciliteiten en ondersteuning door vrijwilligers.

Bron: ANP, 11 juni 2014